Begin 2017 werd in Vlaanderen de omgevingsvergunning ingevoerd. Hierdoor werd de stedenbouwkundige vergunning en melding, de verkavelingsvergunning en de milieuvergunning en -melding vervangen door dit ene, allesomvattende document. Vanaf 1 januari 2018 gaat men nog een stapje verder, en wordt ook de socio-economische vergunning geïntegreerd in deze omgevingsvergunning.
Indien een ondernemer in Vlaanderen beslist om een kleinhandelszaak - dit is een handelszaak met een netto verkoopoppervlakte van meer dan 400m² toegankelijk voor publiek - te starten, dan moet hij hiervoor drie verschillende vergunningen aanvragen:
Op vandaag dient men elke vergunning apart aan te vragen, via een eigen vergunningsprocedure.
Eind juli 2016 werd het Decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestingsbeleid (DIHB) gepubliceerd. Dit decreet voorziet in een ‘omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten’, die vanaf 1 januari 2018 de huidige socio-economische vergunning zal vervangen. Vanaf dan zal er dus slechts één aanvraag moeten gebeuren voor de drie aspecten.
De omgevingsvergunning voor kleinhandelszaken zal noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van handelsactiviteiten op een netto-handelsoppervlakte van meer dan 400m². In volgende gevallen zal de vergunning vereist zijn:
Hiernavolgend bespreken we de verschillende gevallen.
1. Handelsactiviteiten in een nieuw of bestaand gebouw
Voor het uitoefenen van een handelsactiviteit op een netto handelsoppervlakte van meer dan 400m² in een nieuw of bestaand gebouw is er een omgevingsvergunning noodzakelijk.
2. Handelsactiviteiten in een tijdelijke constructie
In principe dient er voor tijdelijke constructies eveneens een omgevingsvergunning aangevraagd te worden. Echter, gezien de toenemende populariteit van pop-up stores werd deze vergunningsplicht voor tijdelijke constructies afgezwakt. Zodoende moet er geen vergunning worden aangevraagd voor kleinhandelsactiviteiten van maximaal:
Voornoemde termijnen van 180 en 90 dagen kunnen weliswaar worden ingekort door provincies en gemeenten.
3. Handelszaak uitbreiden of samenvoegen
Het DIHB bepaalt dat een uitbreiding onderworpen is aan de vergunningsplicht indien hierdoor de totale netto handelsoppervlakte meer dan 300m² of 20% groter wordt dan de vergunde netto handelsoppervlakte.
Voorheen gold er louter een meldingsplicht bij beperkte uitbreidingen, maar dit werd dus niet overgenomen in de nieuwe Vlaamse wetgeving.
Ook voor het samenvoegen van kleinhandelsbedrijven is een vergunning noodzakelijk, op voorwaarde dat de netto handelsoppervlakte na samenvoeging groter is dan 400m².
4. Handelszaak wijzigen van categorie van kleinhandelsactiviteiten
Een volgende belangrijke situatie waarin de vergunningsplicht zal gelden, is bij het doorvoeren van een belangrijke wijziging van de categorieën van kleinhandelsactiviteiten.
Het decreet voorziet meer in het bijzonder in vier categorieën:
Is er een belangrijke wijziging – d.i. een wijziging van het vergunde aantal vierkante meter handelsoppervlakte voor een welbepaalde categorie van handelsactiviteiten - van minstens 10% of minstens 300m² van de totale vergunde netto handelsoppervlakte, dan moet er een vergunning worden aangevraagd.
De vergunde handelsoppervlakte per categorie van activiteiten zal vastgelegd worden in de omgevingsvergunning. De nog geldende socio-economische vergunningen - die nu nog meer gedetailleerde categorieën van kleinhandelsactiviteiten bevatten - zullen onder het regime van de omgevingsvergunning van rechtswege herleid worden naar één of meerdere van de voornoemde categorieën.
Net zoals bij de ‘gewone’ omgevingsvergunning bestaan er twee afzonderlijke aanvraagprocedures: de gewone of de vereenvoudigde procedure. De gewone procedure is iets uitgebreider, aangezien die gepaard gaat met een openbaar onderzoek en een adviesprocedure.
De omgevingsvergunning zal - hoewel dit niet wettelijk wordt bepaald - worden afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen. Hierbij zal men rekening moeten houden met de vier doelstellingen die zijn opgenomen in het DIHB:
Om deze doelstellingen te bereiken, kunnen gemeenten, steden en provincies beslissen om ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkundige verordeningen af te kondigen met betrekking tot specifieke maatregelen (vb. afbakening van kernwinkelgebieden, vastleggen van oppervlaktenormen, enz.).
Daar waar het DIHB voorzag in deze mogelijkheid, werd er hiervoor echter nog geen concrete ingangsdatum vastgelegd. Daar kwam recent verandering in met het uitvoeringsbesluit van 17 februari 2017. Dat heeft bepaald dat gemeenten, steden en provincies vanaf 1 mei 2017 al met hun planmatige aanpak kunnen starten m.b.t. de afbakening van kernwinkelgebieden.
Een ruim bedrijfspand, een villa in 't groen of een appartement aan zee. Laat ons weten wat je precies zoekt en ontvang als eerste het meest recente (en discrete) aanbod in je mailbox. En dit nog voor het op de vastgoedwebsites wordt gepubliceerd!
Je levenslange partner in wonen en ondernemen
Wij maken gebruik van cookies om jouw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij tracking- en advertentiecookies te gebruiken om jouw websitebezoek persoonlijker te maken. Ben je benieuwd naar deze gepersonaliseerde advertenties? Klik dan op “Akkoord”(met ons privacybeleid). Lees meer
Je browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.