Als de natuur vervelend wordt: wat kun je ondernemen tegen 'hinderende' beplanting van je buur?

Wettelijke afstanden en plaatselijke gebruiken voor “oude” bomen

Heeft jouw buurman in het verleden - nl.: voor 01.09.2021 - struiken en bomen geplant in zijn tuin, dan moest hij rekening houden met bepaalde afstanden zodat hij de buren niet kan hinderen. De afstanden waarmee jouw buur in dat geval rekening moest houden waren afhankelijk van het type beplanting. Handig om te weten: deze afstand wordt gemeten van het midden van de voet van de boom tot aan de perceelsgrens.

Hoogstammige bomen

Opteerde je buur voor bomen die vallen onder de noemer ‘hoogstammige bomen’ (denk hier bijvoorbeeld aan eik, kastanje, acacia, …), dan bepaalde het Veldwetboek dat de plantafstand minstens 2 meter moest bedragen te rekenen vanaf de perceelgrens. In bepaalde regio’s bestonden er afwijkende “vast en erkende gebruiken” voor het planten van bomen. Indien jouw stad/gemeente dergelijke plaatselijke gebruiken had, dan mocht jouw buur zich hierop beroepen.

Laagstammige bomen en struiken

Ook voor alle andere beplanting moest er rekening gehouden worden met de plaatselijke gebruiken. Bij gebrek hieraan kon je terugvallen op de wettelijke minimumafstanden die bepaalden dat de overige beplanting op 0,5 meter van de perceelgrens moesten blijven. Voor levende hagen (vb. klimop) moesten dezelfde afstanden gerespecteerd worden als voor laagstammige bomen, nl. een halve meter.

De regeling voor “nieuwe” bomen

Plant je buurman vanaf 01.09.2021 bomen aan? Dan gelden voortaan de spelregels van het nieuw Burgerlijk Wetboek (Boek 3 - goederen). Hierbij wordt niet gekeken naar de boomsoort, maar wel naar de hoogte van de boom.

Bomen die minstens 2 meter hoog zijn

Hierbij mag de afstand tussen de boom - opnieuw te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom - en de perceelgrens maximaal 2 meter zijn.

Bomen die minder dan 2 meter hoog zijn, struiken en hagen

Hierbij mag voornoemde afstand 0,5 meter zijn.

Hou rekening met bijkomende hinder

Zelfs als jouw buurman de wettelijke afstanden respecteert, kun je nog bepaalde ongemakken ondervinden als gevolg van zijn beplanting:

• vallende bladeren en vruchten

• bomen verhinderen zonlicht in de tuin

• overhangende takken

• boomwortels die tot in jouw tuin groeien

• enz.

Als je dergelijke ongemakken ervaart en je buur wil hieraan niet spontaan verhelpen, dan zal je naar de vrederechter moeten stappen. Deze vrederechter zal vervolgens rekening houdende met de concrete omstandigheden, de situatie beoordelen. Stelt de vrederechter vast dat het om een boom gaat met een landschappelijke of erfgoedwaarde, dan wel een boom die ouder is dan 30 jaar, dan zal de vrederechter normaal oordelen dat de boom mag blijven staan. Blijkt dat de boom lager is dan de afsluiting tussen de 2 percelen? Dan zal de vrederechter bepalen dat dit toch geen probleem vormt.

Een vaak voorkomend probleem zijn overhangende takken. Indien deze takken over de perceelgrens hangen, dan heb je het recht om te eisen dat jouw buur deze takken verwijdert. Dezelfde situatie kan zich voordoen met boomwortels. In deze gevallen mag je het recht wel in eigen handen nemen en deze takken of wortels zelf wegsnijden, indien je je buur hiervoor aangetekend ingebreke hebt gesteld en deze 60 dagen later nog geen actie ondernomen heeft.

Afspraken maken?

Dat kan wel degelijk! Meer nog: wij raden aan om steeds duidelijke afspraken te maken met de buren omtrent hagen, bomen, enz. zodat problemen kunnen vermeden worden. Doen zich toch problemen voor, dan kunnen wij jou adviseren om in eerste instantie de situatie minnelijk te regelen en slechts in extreme gevallen naar de rechtbank te stappen. Immers, je moet nog een lange tijd naast elkaar wonen. Men zegt niet voor niks “een goede buur is beter dan een verre vriend”.