Hoe onttrek je geld aan je vennootschap

Techniek 1: keer een wedde uit

Het is raadzaam een minimale wedde op te nemen, om de laagste inkomstenschijven van de personenbelasting op te vullen. Zo benut je maximaal het voordeel van de belastingvrije som. Maar daarnaast kan de uitkering van een wedde ook voordelig zijn voor de vennootschapsbelasting. Het tarief van 29,58% (29% + 2% crisisbijdrage) van die belasting kan aanzienlijk dalen als de onderneming onder meer een minimumwedde van 36.000 euro uitbetaalt aan ten minste één bedrijfsleider. Als de algemene vergadering beslist een deel van de winst uit te keren als bonus, spreken we van een ‘tantième’. Een tantième kan enkel uitgereikt worden aan de bedrijfsleider(s). Hierop moeten sociale lasten betaald worden en dit komt in de personenbelasting bovenop je loon. Hierdoor kom je soms in de hoogste schijf van 50% terecht + gemeentebelastingen. Een tantième wordt uitgereikt op de winst voor belastingen.

Techniek 2: boek de wedde als rekening-courant

Je hoeft de wedde niet echt uit te betalen; in plaats daarvan boek je die dan als rekening-courant. Dat is een ­lening aan de vennootschap, waarop die aan de bedrijfsleider een interest uitbetaalt. De interest moet volgens de wet conform de marktrente zijn, maar aangezien daarmee de rente voor kaskrediet wordt bedoeld, kan die toch flink oplopen. De bedrijfsleider ontvangt de rente na afhouding van intussen 30% roerende voorheffing. De rente is aftrekbaar binnen de vennootschap. De rekening-courant is als tegoed altijd ­opvraagbaar door de bedrijfsleider, bijvoorbeeld wanneer de vennootschap over voldoende cash beschikt. Bovendien is de terugbetaling van de lening zelf belastingvrij. Als de interest de marktrente overschrijdt, loopt u het risico op een herkwalificatie door de fiscus. De interesten worden dan belast als een dividend. Ze zijn daardoor belastbaar als winst en onderhevig aan 30% roerende voorheffing. In ­bepaalde gevallen mag het bedrag van de vordering ook niet hoger zijn dan het gestort kapitaal plus belastbare reserves van de vennootschap. Vrees je dat je het eigen vermogen toch overschrijdt, dan kun je het kapitaal verhogen door de rekening-courant om te zetten in een kapitaal via de notaris.

Techniek 3: bouw een pensioen op

Naast het loon kun je een groepsverzekering of een individuele pensioentoezegging (IPT) afsluiten. De premies worden betaald met bruto-­inkomsten en zijn voor de vennootschap fiscaal aftrekbaar. De gestorte premies leveren op termijn een pensioen op voor de bedrijfsleider(s). De stortingen moeten in verhouding staan tot het uitbetaalde loon plus voordelen (geen tantièmes) -de ­zogenoemde 80%-regel.

Je kunt op om het even welk ogenblik beginnen met de opbouw van een pensioenkapitaal. De jaren daarvoor kun je inhalen via een zogenoemde backservice, tot tien jaar vóór de ­oprichting van de vennootschap. De jaarlijkse premies worden belegd door de verzekeringsmaatschappij. Het uiteindelijke kapitaal dat op de einddatum wordt uitgekeerd, bestaat uit gekapitaliseerde opbrengsten en winstdeelnames.

Door de uitkering van een kapitaal, ­gecombineerd met de interessante belastingheffing als het op de pensioenleeftijd wordt uitgekeerd, is een groepsverzekering of een individuele pensioentoezegging een van de aantrekkelijkste technieken om geld te halen uit uw vennootschap – weliswaar over een langere termijn. In ­totaal kun je maximaal veertig jaarpremies storten om bij je pensionering een aardig kapitaal te ontvangen.

Techniek 4: voer een kapitaalvermindering door

Een kapitaalvermindering kan tegenwoordig enkel pro rata berekend worden op het stuk gestort kapitaal, belaste uitkeerbare reserves en belastingvrije reserves. Het kan dus niet meer enkel op het gestort kapitaal. De fiscale gevolgen zijn dus nu afhankelijk van de samenstelling van het eigen vermogen. Bij de uitkering van belaste uitkeerbare reserves moet roerende voorheffing betaald worden en bij uitkering van belastingvrije reserves moet vennootschapsbelasting betaald worden. Er wordt op die manier een fictief dividend uitgekeerd.

Je kunt de kapitaalvermindering optimaliseren door vooraf een kapitaalverhoging door te voeren, bijvoorbeeld door de incorporatie van een rekening-courant of reserves, of door de inbreng van de aandelen van (dochter)vennootschappen. Die wordt gevolgd door de kapitaalvermindering, waarbij de overtollige cash wordt uitgekeerd. Het spreekt voor zich dat je die transacties niet te snel na elkaar mag doen. De fiscus eist dat je daarvoor een wachtperiode van minstens drie jaar in acht neemt.

Nog enkele optimalisatiemogelijkheden

• verhuur een onroerend goed;
• keer een dividend uit; Een divident moet naar alle aandeelhouders. Hierop wordt 30% roerende voorheffing betaald. Een dividend wordt berekend op de winst na belastingen.
• verhuur kunst of meubelen aan uw vennootschap;
• verkoop privégoederen aan uw vennootschap;
• verkoop aandelen.