Statige inkomhal, krakend parket, een feeëriek koetshuis, zicht op de reeënpopulatie in het park… Deze kantoorruimte lijkt te mooi om waar te zijn. Toch hoeven de werknemers zich niet elke ochtend in de wangen te knijpen: hun majestueuze werkplek is for real. Het Domein De Cellen in Oostkamp werd in 2011 aangekocht door Globalindus, dat het kasteeldomein via een knappe renovatie omtoverde tot een droom van burelen.
Oude kerken, historische gebouwen, kasteeldomeinen: ze hebben het tegenwoordig niet onder de markt. Rijzen de kosten voor het onderhoud de pan niet uit, dan ligt Monumentenzorg wel dwars bij de renovatie of is de toekomst van het pand niet altijd even duidelijk. Gelukkig komen er af en toe mensen met visie en doorzettingsvermogen op de proppen, die stukjes erfgoed in ere herstellen.
Ondernemer Luc Beke, van het ontwikkelingsbedrijf Globalindus, is zo’n visionair. Door hun uitstekende ligging en omvang bleken het kasteel en het koetshuis de geknipte plek om er zijn kantoren te centraliseren. Bovendien stralen de gebouwen vertrouwen en statige zekerheid uit: een mooier visitekaartje is nauwelijks denkbaar.
Een groep rond Luc Beke kocht het domein in de zomer van 2010 met het doel er zijn kantoren onder te brengen in de randgebouwen. Na anderhalf jaar onderhandelen met de diverse adviesverlenende en vergunningsbeslissende diensten, werd de uiteindelijke vergunning verkregen. In een eerste fase werden in recordtempo en met respect voor het historische kader het koetshuis en de paardenstallen omgetoverd tot een juweeltje van burelen. Vanuit de werkplaatsen in het koetshuis is er een prachtig zicht op de historische paardenstallen, de vergaderzalen hebben ieder hun eigen accent (zadelkamers werden restaurant, de betere wijnen vallen te bezichtigen in de grote meetingroom,… trouwens De Cellen is een afgeleide van Les Selles, Frans voor ‘zadelkamer’).
Sinds april 2012 zijn daar de kantoren van dit ontwikkelingsbedrijf gehuisvest. Gelijktijdig werden door Luc Beke en zijn team de restauratiewerken aan het kasteel en parkdomein gestart. Medio 2012 ontmoetten Luc Beke en Peter Callant elkaar. De visie van Luc Beke omtrent dit domein charmeerde Peter Callant door de unieke ligging in dit statige groene kader en door de zeer goede ontsluiting. Het kasteel moest immers nog een gebruiker krijgen. Peter Callant van het gelijknamige verzekeringskantoor was direct enthousiast door de dynamische aanpak en de verfrissende invulling van het unieke stuk onroerend erfgoed. Er werd heel snel een akkoord bereikt om het statige kasteel aan het verzekeringskantoor Callant over te dragen na volledige restauratie. Deze restauratiewerken van het kasteel en het kasteelpark waren reeds in verregaande staat uitgevoerd, naar een ontwerp van het Brusselse architectenbureau ESTE architects, van Peter Flamend en zijn team.
Peter Flamend van ESTE architects werd door Globalindus aangezocht om samen met coördinatiebureau Beke de renovatie van het kasteel in goede banen te leiden. Het kasteelgebouw, dat twee jaar leeg had gestaan, was weliswaar beschermd als zicht, maar nog lang geen beschermd monument. Een wezenlijk onderscheid, want waar de voorzijde volstrekt onaangeroerd diende te blijven, kreeg het team binnenshuis wel de nodige manoeuvreerruimte. “Van meet af aan luidde de hamvraag hoe we dit erfgoed konden beschermen en tegelijk een moderne invulling konden geven”, aldus Flamend. “Dat we er, om redenen van energie- en ruimteoptimalisatie, twee appartementen en een kantoor zouden inplanten, was vrij snel een uitgemaakte zaak.
Maar hoe zat het met de isolatie van de muren en het dak? Gingen we voor dubbelglas of niet? En wat met de brandveiligheid?” Prangende vragen, die een stroom van vergaderingen op gang brachten: met Ruimtelijke Ordening, de Vlaamse Gemeenschap, Erfgoed, de gemeente Oostkamp enz. “Toch verliepen de contacten vrij vlot,” vertelt Flamend, “wellicht omdat we op ons domein stuk voor stuk specialisten zijn. Dat leverde al eens pittige, maar vooral ook boeiende discussies op.” Zo moest, wat brandveiligheid betreft, een brandwerende beschermlaag op de vloeren worden aangebracht. Was er sprake van een waardevol parket, dan werd de laag onder de vloer bevestigd. Maar hing daar een bijzonder plafond, dan moest de laag bóven de vloer worden gemonteerd. Daardoor kwam het team weleens voor dilemma’s te staan: plafond of vloer? “De beste houding die je bij de renovatie van monumenten kunt aannemen, is het in acht nemen van een zekere etiquette”, aldus Flamend. “De originele architectuur hoef je daarom nog niet slaafs achterna, maar de grove borstel is evenmin een optie. Veel ingewikkelde theorieën over erfgoedbescherming mag je gerust vergeten: je buikgevoel, dat is wat telt. Zolang het maar vertrekt vanuit het nodige respect.”
Respect voor het Domein De Cellen is zonder meer de rode draad doorheen de verbouwing. Het koetshuis waarin nu de kantoren van de groep Beke zijn gevestigd, werd aan de buitenzijde authentiek in ere gehouden, zodat het kan blijven getuigen van een mooie geschiedenis van vervoer te paard en te koets. De koetspoorten werden gerenoveerd en opgestald voor schitterende hoge ramen met een permanent uitzicht op het kasteel en het park.
Inwendig daarentegen kon er naar nieuwe normen volledig worden gerenoveerd: de ruimtes werden gestript, de prachtige eiken kapconstructie — waarvan de constructiejaren gebeiteld staan in de historische spanten — werd behandeld en behouden en in massieve eik uitgewerkt. De kantoren werden volgens het principe ‘doos in doos’ ingewerkt. Het resultaat mag er zijn, de werksfeer nog meer… getuige de glazen wijnkelder in de hoofdvergaderzaal en het tempo van het gebruik ervan…
Wat het kasteel betreft, de indeling, de vele authentieke ornamenten, de draagstructuur, ze werden waar mogelijk ongemoeid gelaten. “Het gebouw was nog in betrekkelijk goede staat”, vult ESTE architects-teamlid Didier Van de Vyver aan. “Fresco’s hebben we er niet aangetroffen, moulures des te meer, en het mag een geluk heten dat we niet naar reproducties hoefden uit te kijken: meer dan een opknapbeurt en een lik verf hadden de omlijstingen niet nodig.” Het behoud van de talrijke raampartijen bleek andere koek. Erfgoed wilde de oorspronkelijke ramen zo veel mogelijk behouden, maar wat met de huidige isolatienormen? Een tip van de bouwheer bracht soelaas: hij kende een firma die oude ramen reproduceerde. Dus werden alle ramen uitgebroken en nagemaakt in het atelier, ditmaal wél met dubbele beglazing. Van de Vyver: “Het gekke is dat je het verschil niet ziet. De oude klinken werden bijvoorbeeld gerecupereerd. Maar wat me vooral trof, is dat er blijkbaar nog altijd mensen bestaan die erin slagen om zulke werken uit te voeren. Het is ambacht in zijn puurste vorm.”
Ook de draagstructuur van het pand werd zo veel mogelijk gerespecteerd. Afhankelijk van de aanwezige steunmuren werden de diverse ruimtes ingedeeld als kantoor, landschapskantoor of vergaderruimte. Hoe kleiner de ruimte, hoe meer kans dat een privékantoor of archief er zijn intrek nam. Ook het koetshuis, de serres, de ijskelder en de kapel werden opgefrist en zo veel mogelijk in originele staat hersteld, net als het omringende parkdomein. Tezelfdertijd werden de modernste technologieën nergens geschuwd. “Bestaande elementen werden er zelfs door versterkt”, weet Flamend. “Om geen rioleringstracé te hoeven trekken en het domein tegen ontsierende sleuven te beschermen, werd beslist tot de bouw van een waterzuiveringsstation, met overloop in de parkvijver.” Die contradictie tussen de nieuwste technologische ontwikkelingen en een strak historisch kader is op zijn minst bijzonder te noemen, met een knap resultaat tot gevolg. Flamend: “Voor de werknemers van Callant is de werkbeleving hier buitengewoon. Plafonds tot vier meter hoog, zicht op eeuwenoude bomen en een park met herten in, dat kom je op kantoor niet zo snel tegen. Het maakt dat iedereen zich hier een beetje kasteelheer waant.” (lacht)
Na de ruwbouwwerken werd interieurvormgeefster Inge Hoorne ingeschakeld. “Ik kwam net op tijd”, glimlacht ze. “Aangezien de ruimtes van het kasteel als kantoorruimte zouden worden aangewend, was het belangrijk om alle technieken nog tijdens die fase te voorzien. Op de tweede verdieping waren al vloerdozen geplaatst voor kabels, netwerken en telefonie, maar niet op de eerste etage, waar de plankenvloer er ronduit slecht aan toe was. We hebben de knoop doorgehakt en een nagelnieuw parket gelegd, dat nu netjes alle bekabeling verstopt. Meteen de grootse structurele ingreep die zich opdrong in het interieur.”
Inge Hoorne stond in voor de afwerking en aankleding van de kantoren. Nauwkeurig balanceren werd het, tussen het aanbieden van modern comfort en het in ere houden van de historische setting. Zo werd de verlichting afgestemd op de moulures en balkenstructuren. In samenwerking met Lichtpunt uit Gistel, dat een grondige lichtstudie maakte, werd in de meeste kantoorruimtes geopteerd voor de Flat Moon van Modular, die naar boven én naar onderen schijnt: op die manier wordt zowel plafond als werkplek mooi uitgelicht. In de kantoren met de meest indrukwekkende plafonds werd geopteerd voor staande uplighters. De imposante inkomhal vroeg om een statige armatuur, en hier koos Hoorne voor Hope van Luceplan — een luchter van liefst twee meter doorsnede — die de grandeur extra onderstreept. In de vergaderzaal onder het dak mocht het juist wat ingetogener. Cupid, ook van Modular, is een gependelde armatuur: afhankelijk van het circuit wordt de hele ruimte verlicht, of enkel de nok. Zeker bij presentaties of een receptie komt die stemmige, indirecte verlichting goed van pas. “Voor de rest hebben we zo weinig mogelijk ingegrepen in muren en plafonds,” benadrukt de interieurarchitecte, “die spreken wel voor zich. Het meubilair, weliswaar in een warme houtkleur, werd strak gehouden en verbergt alle bekabeling: het contrast met de kasteelomgeving komt zo nog beter tot z’n recht.”
Tot slot werden twee kleine keukens geïnstalleerd, voor catering en personeel, twee coffee corners en twee fitnessruimtes met douches. “Peter Callant moedigt sporten fel aan, ook bij zijn werknemers. Een gezonde geest in een gezond lichaam, zoiets. En de vorstelijke omgeving, die krijgen ze er gratis bovenop.”
Een ruim bedrijfspand, een villa in 't groen of een appartement aan zee. Laat ons weten wat je precies zoekt en ontvang als eerste het meest recente (en discrete) aanbod in je mailbox. En dit nog voor het op de vastgoedwebsites wordt gepubliceerd!
Wij maken gebruik van cookies om jouw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij tracking- en advertentiecookies te gebruiken om jouw websitebezoek persoonlijker te maken. Ben je benieuwd naar deze gepersonaliseerde advertenties? Klik dan op “Akkoord”(met ons privacybeleid). Lees meer